Emballage- en Palletindustrie Vereniging

1 sep 2016

HoHo Wien-presentatie op Houtdag 2016

Deze herfst start de bouw van het voorlopig hoogste houten gebouw ter wereld: HoHo Wien (84 m, 24 verdiepingen). De houthoogbouw is een van de presentaties op de Houtdag op 24 november.

Bron: Het Houtblad

Na vele maanden van voorbereiding werd in oktober 2015 de houthoogbouw HoHo Wien aangekondigd: in het voorjaar van 2016 zou de bouw beginnen. Toch duurde het nog een half jaar voor dit heuglijke feit een eerste spa in de grond werd. Zo behoedzaam ging het avonturiersteam van ontwikkelaars (Kerbler Holding, cetus Baudevelopment), architecten (RLP Rüdiger Lainer + Partner Architekten), constructeurs (RWT PLUS) en brandveiligheidsadviseurs (Kunz - Die innovativen Brandschutzplaner) te werk. Partner-architect Oliver Sterl presenteert HoHo Wien tijdens de Houtdag 2016.

Bedrempelde beradenheid
Zelfs nu is nog niet duidelijk wie de enorme massa houtproducten mag leveren, al zullen de leveranciers wel uit de regio of in ieder geval Oostenrijk komen. Pas als de bouwmomenten daar zijn, vallen de beslissingen. Het is een bewijs dat deze sprong in het hoogteduister alleen met bedrempelde beradenheid wordt gewaagd, in een foutloos proces naar onberispelijke kwaliteit. Het toeval mag geen millimeter instortingsgevaar krijgen. Herfst 2018, na twee jaar bouwtijd - een derde minder lang dan bij traditionele bouw -, zijn alle onzekerheden 84 m opgelost. De kosten worden geraamd op € 65 miljoen. Dat is 6-10% meer dan gewone bouw. Het verschil hoopt men onder meer in te halen door de kortere bouwtijd en de lagere faalkosten.

Kolossale uitdaging
Hoho Wien is gedacht op 4.000 m2 in Seestadt Aspern, een nieuw stadsdeel in het noordoosten van Wenen, groeiend op de brandstof innovatie. Op dit voormalige vliegveld zullen uiteindelijk (2028) meer dan 20.000 mensen wonen, werken en winkelen in een diversiteit van 8.500 wooneenheden. Deze zijn gesitueerd rond een meer van 50.000 m2 dat weer in een bijna dubbel zo groot park (90.000 m2) ligt. In HoHo Wien, direct naast het nieuwe station Seestadt, worden diverse functies samengebracht: commerciële centra voor gezondheid, schoonheid en wellness, een restaurant, kantoren, hotel en gemeubileerde appartementen. Van begin af aan was het in hout gedacht en was het tevens de bedoeling dat zoveel mogelijk in het zicht te laten. En zo was het project niet alleen bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch een kolossale uitdaging, maar ook commercieel om het aan de markt te brengen.

Drie verbonden torens
In ruimere zin is het een veel groter complex. HoHo Wien zelf bestaat uit drie verbonden torens van 40, 57 en 84 m hoog (11, 16 en 24 verdiepingen). Aan de zuidkant, en eveneens in hout uit te voeren, staat HoHo Next, een tweedeler van 13 en 23 m (3 en 6 verdiepingen). Dit zijn kantoorgebouwen met op de begane grond een receptie en winkeltjes. Op de begane grond van de grotere broer bevinden zich een restaurant en lobby's. De eerste en tweede verdieping worden ingenomen door allerlei gezondheidsvoorzieningen (dokter, fitness). Op de derde en vierde verdieping is het tijd voor schoonheidssalons en wellnesscentra. De vijfde t/m negende etage dienen voor het geconcentreerd doorbrengen van kantooruren. De twee hogere gebouwdelen zetten hun tocht naar de hemel voort met een hotel (120 dubbelkamers en suites), van tien- naar zeventienhoog. Het hoogste torendeel biedt dan nog gemeubileerde appartementen van ademloos uitzicht, gestapeld van de achttiende t/m drieëntwintigste verdieping. Etage 24 is ingeruimd voor de techniek.

Meisjestweeling
Hoewel Oostenrijk een houtland pur sang is - het is voor 54% bedekt met bossen -, blijft (moderne) houtbouw veelal beperkt tot de landelijke gebieden. De technische mogelijkheden ervan zijn tegenwoordig echter zo overweldigend, dat het ook in stedelijke gebieden een voorname plaats kan krijgen. En dat is het land zeker wel aan z'n (bos)stand verplicht. Vanzelfsprekend zijn de voordelen daar ook bekend: milieuvriendelijk, oneindig beschikbaar, licht van gewicht, groot draagvermogen, stabiel, elastisch, heilzaam voor het binnenklimaat (regulering luchtvochtigheid), CO2-opslag en cyclisch lang meedraaiend in de wastrommel van hergebruik. Bovendien krijgt ook Oostenrijk te maken met de trek naar de stad, een verschijnsel dat wereldwijd steeds meer op stroom komt. Maar soms moet een individu een zetje geven, zoals in dit geval projectontwikkelaar Caroline Palfy van cetus Baudevelopment, die als moeder van een meisjestweeling een duurzame toekomst voor hen wil veiligstellen. En het is dan bijzonder dat ze erin is geslaagd een hele club mensen te laten geloven in een visioen waarvan de grenzen nog buiten de realiteit liggen.

Absolute eis
Zij en investeerder Günter Kerbler bewaren dit houtvastgoed wel in eigen portefeuille. Alle woon- en werkeenheden worden verhuurd, waarvoor gelukkig veel animo bestaat bij allerlei hurende partijen. Hout heeft de wind mee en het kietelt ook de spanning om je in houtbouw op te houden. De initiatiefnemers hebben er alles aan gedaan om de aantrekkelijkheid van het natuurmateriaal te verhogen. Absolute eis van de architect was het hout zoveel mogelijk in het zicht te laten. Aan de buitenkant is dat te zien aan de eerste twee verdiepingen die een gevelbekleding van verticale houten delen krijgen. Deze wordt aan de bovenkant afgesloten met een overstek. Zo komt het gebouwenensemble meer op de menselijke schaal van de passant. Doordat de voor- en achtergevels vooral uit ramen bestaan, is het hout van de constructie, de wanden en plafonds goed te zien, wat zeker 's avonds de donkere avondlucht verwarmt. De gevels zijn verder afgewerkt met een ruw soort schuimbeton die associaties met boomschors moet oproepen en bovendien de enorme volumes verder relativeert.

Modulaire opbouw
Essentieel uitgangspunt was en is een eenvoudig en overzichtelijk bouwsysteem. Dit was voor alle partijen van vooraanvang dé handelingsbasis. In de praktijk betekende dat een modulaire opbouw. Hierbij speelde tevens mee dat deze methode zowel tijdens de bouw verschillende plattegronden toelaat als andere indelingen op de toekomstige termijn. Om nu ook weer niet vriendelijker te zijn dan het milieu, viel de keuze op houthybridebouw. Daarin neemt gewapend beton de algehele stabiliteit voor z'n rekening en speelt het een geluiddempende rol in de hout-betonvloeren. De betonkernen van het drietorengebouw zijn onderling aan elkaar verbonden, waardoor het onwrikbaar vast staat. In de kernen zijn de trappenhuizen, de liften en de woningcorridors opgenomen. Daaromheen zijn alle ruimtes in hout gedrapeerd. Van zuivere houthoogbouw is dus niet echt sprake, al bedraagt het totale aandeel van dit natuurmateriaal in het gebouw wel een indrukwekkend lieve 74%.

Vier prefab bouwdelen
Voorts is binnen de gekozen eenvoud steeds uitgegaan van vier standaard prefab bouwdelen, waarmee alle verdiepingen gestapeld zijn: gelamineerd vuren kolommen, betonnen randbalken, (kruislaag)hout-betonvloeren (14 + 12 = 26 cm dik) en houten gevelelementen. De ramenrijke gevelmodules, opgebouwd uit kruislaagvuren aan de binnenkant, schuimbeton aan de buitenkant en opbouwmateriaal, isolatie en folies ertussenin, staan op de betonnen randliggers en zijn bevestigd aan de verdiepingshoge gelamineerd vuren pendelkolommen. Als bij een boom hebben deze naar boven toe afnemende afmetingen: 40 x 108 tot uiteindelijk 32 cm. De hout-betonvloeren liggen er tussen en overspannen 7,0 m naar de betonkern; de breedte van de vloerelementen is 2,4 m. De kruislaagvuren binnenwanden zijn 14 cm dik en zijn geen van alle dragend. Zo is de flexibiliteit van (ver)bouwen gewaarborgd. Kolom, randbalk en vloer vormen één zich steeds herhalend knooppunt. Zeker ook dit opbouwprincipe kwam de bouweenvoud ten goede: probleemloos, snel, kostenbesparend.

'Principieel onzinnig'
Het hele systeem is niet gepatenteerd, zodat het voor iedereen beschikbaar is. Met deze methode is gemakkelijk de 100 m-grens te doorbreken. De 84 m van nu is al een reuzenstap: nog nooit heeft men zich in hout zo hoog gewaagd. Overigens kostte niet de constructie de meeste hoofdbrekens - op het hoogste punt is de uitslag slechts 62 mm - als wel de brandwerendheid, vooral ook omdat ervoor was gekozen het hout glorieus in het zicht te laten: dat is immers nu juist de charme van het materiaal. Het aan het oog onttrekken vindt de architect 'principieel onzinnig', omdat je het daarmee van z'n essentiële waarde als ornamentele sfeeropwekker ontdoet. De vereiste brandwerendheid van 90 minuten is daarom bewust in de overdimensionering van het hout opgelost. Door het in te kapselen ontstaan er holle ruimtes waar de brand zich kan opladen om vervolgens uit te breken en schaamteloos te gaan lichterlaaien. Uit de brandproeven bleek dat de verkoren houtopzet vanzelf uitging, zonder verlies van draagvermogen. De gerealiseerde brandwerendheid bedraagt nu zelfs circa 115 minuten, aanmerkelijk meer dan de geëiste 90 minuten. Vrouwen en kinderen eerst is toch ook het hele gebouw gesprinklerd.

Rooskleurige toekomst
Eveneens is de kans aangegrepen om allerlei installatoire milieumaatregelen te treffen. Er is een decentraal ventilatiesysteem met warmteterugwinning, er functioneert een systeem van koude-warmteopslag, er diagonalen zonnepanelen op de daken en de liften op-en-neren energie terug. Verder is HoHo Wien met de laatste multimediatechnologische voorzieningen opgewaardeerd. Tijdens de bouw die binnen afzienbare tijd begint, zal het hele proces tot en met de materialen worden gemonitord. Want leren is stappen maken in het wenkende perspectief van de rooskleurige toekomst.

Locatie: Seestadt, Wenen, Oostenrijk
Opdrachtgevers/eigenaren:

Kerbler Holding Wenen, Günter Kerbler; dochteronderneming cetus Baudevelopment Wenen,

Ontwerp: RLP Rüdiger Lainer + Partner Architekten Wenen; Rüdiger Lainer, Oliver Sterl
Constructeur: RWT PLUS ZT Wenen; Richard Woschitz
Brandveiligheid: Kunz - Die innovativen Brandschutzplaner Mödling; Alexander Kunz
Gebouwtechniek: Dr. Ronald Mischek ZT Wenen; Ronald Mikschek (mischek-zt.at)
Bruto vloeroppervlak: 25.000 m2
Bouwperiode: Herfst 2016 - herfst 2018
Bouwkosten: ± 65 miljoen euro